Mailen via mail@eijkemans.com. Een bericht achterlaten kan hier. Mooi nieuws voor de plaatjes-liefhebbers: de foto's zijn klikbaar!
5 oktober 2008
Nu heb ik zelf gelukkig geen kanker of erger. Maar wel een buitengewone interesse in het fenomeen João op zich, zoals ik vorig jaar ook het fenomeen Dalai Lama en Osho van dichtbij heb mogen meemaken. Wat mij daarin vooral nieuwsgierig maakt is het proces waar mensen die daar een bezoek aan brengen doorheen gaan. En dus stond ik ook in de rij, enigszins afstekend tegen de schare mensen die er zichtbaar erger aan toe was dan ik. Het duurde eventjes, maar toen ik uiteindelijk bij João aan kwam keek de beste man me een halve milliseconde aan en riep toen in het Portugees tegen de tolk "Operatie, vanmiddag om 14:00". Een dergelijke spoedoperatie had ik eigenlijk niet verwacht, en al helemaal niet omdat er maar dertig mensen waren die hetzelfde lot beschoren was. Wat nog altijd maar een 2% kans is om eruit gepikt te worden. Nou, joepie, dus. En voelde me daarmee enigszins bezwaard tegenover de dusdanig
grote groep gehandicapten dat je er een volledige Paralympics mee zou kunnen vullen, en die niet waren uitgekozen (alhoewel deze mensen wel baat schijnen te hebben van de gezamenlijke sessies). Nu hoeft zo'n operatie niet veel voor te stellen. Je zit gewoon gezamenlijk een uurtje in een kamer te mediteren, hij komt even langs, en vervolgens gaat er een boel energie door je lichaam heen stromen. Waarna bij veel mensen (maar zeker niet iedereen) volgens eigen zeggen enige weken later de klachten sterk verminderd of zelfs helemaal weg zijn.
Je kunt echter ook kiezen voor een visuele operatie. Dat is speciaal bedoeld voor de mensen die ook echt iets willen voelen of zien gebeuren. De wat meer skeptische mensen onder ons, zeg maar. En daarvoor heeft João een aantal interessante standaard-handelingen. Zo kan het zijn dat hij met een keukenmes over je oogbal gaat schrapen. Of een snee onder je hart maakt waarna hij met twee vingers in de wond je een soort electrische schok geeft. Of een tang met watten je neus in ramt. Gewoon waar iedereen omheen staat. Nee, van de zweverige zoete woordjes is João niet echt.
Ik en nog twee anderen werden naar een podiumpje gebracht waarna João begon met de dame rechts van mij. Zij kreeg de wattentang. Toen hij bij mij aankwam deed hij iets wat hij volgens ingewijden al jaren niet meer gedaan had. João richtte zich tot het publiek en riep in het Portugees "De volgende persoon ga ik opereren zonder hem zelfs aan te raken". Hij pakte de hand van één van de aanwezige medische doktoren, die er omheen staan om de boel in de gaten te houden, en plaatste deze op enkele centimeters van mijn voorhoofd. Nu had ik al opgemerkt dat elke keer als ik bij João in de buurt kwam er een plek net onder mijn solar plexus licht begon te branden. Maar toen die hand voor mijn voorhoofd in de lucht gehouden werd begon die plek nog harder te branden. En nog harder. En nog veel veel harder. Tot na een seconde of vijftien het zo hard begon te branden dat ik dacht "Dit moet niet te lang meer doorgaan,". Het voelde vervolgens alsof de grond volledig onder mijn voeten verdween. En toen zakte ik, zonder overigens het bewustzijn te verliezen, in elkaar. Ik werd opgevangen en naar de ziekenboeg afgevoerd waar ik anderhalf uur kon rusten in een soort van waak-slaap toestand. Voor de volledigheid: de beste man had mij al die tijd met geen vinger aangeraakt.
In mijn hotelletje aangekomen heb ik vierentwintig uur geslapen. En werd daarna als herboren wakker. En dan denk je "Wat de fuck was dat?". Kijk, ik had weinig fysieks te repareren dus ik kan je met geen mogelijkheid vertellen of er fysiek iets veranderd is, afgezien van het feit dat ik tegenwoordig in yoga-poses kom waar ik de afgelopen vier jaar niet in heb kunnen komen. En wat er niet-fysiek is veranderd kan ik toch niet aantonen. Maar wat ik je wel kan vertellen is dat ik het toch vrij bijzonder vind dat iemand me plat heeft gekregen zonder me zelfs maar aan te raken. Zonder daarmee een uitspraak te willen doen over wat hij wellicht nog meer kan. Wat echter nog meer indruk op me heeft gemaakt dan deze 'operatie' is de grote groep mensen die het toch wat minder makkelijk heeft dan ik. Zoals de zakenman die in São Paulo van dichtbij door zijn hoofd was geschoten en nu als een kasplantje in een rolstoel zit. Of de kleuter die met te weinig spierweefsel is geboren. Of het meisje dat last had van dusdanig spastische neigingen dat haar ledematen en hoofd zo hard op en neer gingen dat het gewoon gevaarlijk was om naast haar te zitten. Allemaal werden ze met engelengeduld liefdevol verzorgd door andere mensen. En dat te mogen aanschouwen opent je hart toch weer een stuk meer. En dat is het belangrijkste wat ik uit mijn bezoek heb gehaald.
Van Brasilia ging ik via Ouro Preto, een koloniaal mijnstadje, naar Rio de Janeiro. Rio, de stad der steden, moeder aller carnavals, en tegenwoordig nummer één op mijn lijst
van 'Leuke Plekken om te zijn'. Want ook als er geen carnaval is, is er nog steeds genoeg te doen. Zo is er allereerst het strand, of liever gezegd: de 72 stranden die Rio heeft. En als er ook maar een klein straaltje zon te zien is dan kun je daar massaal de cariocas, de inwoners van Rio, aantreffen. Heren breedgeschouderd in kleine Speedo's, dames met een zo dun mogelijke fio dental. En niet alleen dochterlief maar ook moeder en oma. Op en om het strand is er van alles te doen. En dus ben ik onder andere gaan golfsurfen. Maar er zijn ook andere buitensporten. Omdat Rio nogal heuvelig is kun je er bijvoorbeeld gaan delta-vliegen. Om vervolgens 's avonds in één van de vele wijken te gaan feestvieren.
En wat voor een feesten! De mooiste was in de wijk Lapa. Overdag ga je er samen met een horde toeristen de wereldberoemde trap van kunstenaar
Selarón bekijken. Deze pseudo-Salvador Dali
is een twintigtal jaren geleden begonnen met het zetten van tegeltjes (die hij van over de hele wereld krijgt) op een reeds bestaande trap op een steile helling. Toevallig trof ik hem aan op een terrasje, waarna ik ook nog eens een rondleiding in zijn atelier kreeg. Commerciële jongen, dat wel. Maar die twee werkjes van hem staan erg mooi op de schoorsteenmantel.
Op vrijdagavond is er echt party. Waarbij arm, rijk, zwart, wit, jong en oud zich helemaal het schompus dansen. Op de klanken van spontane samba-bands met strakke ritmes.
En mijn Duitse date had zaterdagmorgen voor de dames dezelfde tip als het toeristenbureau tijdens het Carnaval heeft: vooral geen rokje aandoen.
Waar het ook feest was, was in de sloppenwijken, ofwel favelas. 's Avonds dan. Maar eerst was ik overdag een kijkje gaan nemen in één van de vele sloppenwijken die Rio rijk is.
Wat mij meteen opviel was dat op de grens van de sloppenwijk diverse mannen met walkie-talkies en grote machinegeweren stonden. Dat zijn dus de kerels die in dienst zijn van de
druglords. En daar kun je beter geen foto van maken. Zodra de politie een inval wil doen gaat er een groot vuurwerk af en komt al het 'personeel' naar binnen toe om vervolgens de politie af te knallen. Ja, zo werken dat
soort dingen hier. En voordat je denkt dat de boeven altijd de 'slechterikken' zijn, en de politie altijd 'de reddende engels': de drugs die worden afgenomen door de snuivende rijkeluiskindjes downtown
zorgt binnen de favelas voor heel wat broodnodige arbeidsplaatsen. Terwijl de politie grossiert in corruptie en afpersing. Zo was er de avond voordat ik in Rio aankwam een
taxi van het hostel aangehouden en werd na een fouilleersessie van de groep een klein zakje 'gevonden'. En toen was de keuze tussen het betalen van 500 dollar of de bak ingaan. Of de drugs door de politie geplant is weet je natuurlijk nooit helemaal zeker. Maar het is natuurlijk wel gek dat je de straf met wat biljetten kunt afkopen.
Enfin, overdag is het dan wel hard werken in de favelas maar 's avonds is ook wel dik feest. En dus stond ik op een goed moment in een soort van grote metalen schuur met om
mij heen zo'n drieduizend sloppenwijk-bewoners. Over het algemeen waren dat de sloppenwijk dudes met daaromheen de gangsta-bitches, precies zoals je ze ook uit de videoclips kent. Voor heren is de kledingstijl halfnaakt en dikke kabelspieren. Voor de dames kortgerokt en diep uitgesneden. De muzieksmaak varieert van reggaeton tot reggaeton, met af en
toe een goeie reggaeton-plaat er tussendoor.
En mooi dat ze het vonden dat ik er de hele nacht tussen liep. Kijk, de meeste Brazilianen halen hun neus op voor de favela-mensen. Maar als je daadwerkelijk geïnteresseerd bent hoe deze mensen
leven, en ook geen angst hebt om eens wat nieuwe mensen te ontmoeten, dan wordt je geen strobreed in de weg gelegd. Slechts schouderkloppen vielen mij ten deel. Waarbij mij ook opviel dat
ik die hele avond überhaupt geen enkele vechtpartij heb gezien. Wat in de gemiddelde Nederlandse discotheek weinig meer voorkomt.
Van Rio ging ik vervolgens naar de Pantanal, een moerassig natuurgebied met een twintig keer zo grote oppervlakte als de Everglades. Ik kwam 's avonds aan en werd met de jeep opgehaald.
Terwijl de koplampen over de moerassen schenen glimden de rode oogjes me al toe: ook de Pantanal was erg blij mij te zien. En dat waren niet alleen de vele kaaimannen in het water maar ook de hordes muggen die mij beter wisten te vinden. In de Pantanal verbleef ik op een compound waar elke dag wel weer iets leuks georganiseerd werd. Paardrijden bijvoorbeeld. En een halve dag door de moerasmodder
heenbaggeren, op zoek naar vijftien meter lange anaconda's. Of doelbewust brulapen opzoeken, die met stront gaan gooien als je te dichtbij komt. Of piranha-vissen in de rivier naast de slaapplaats. En ik maar denken dat het een tijdje zou duren voordat ik
beet zou hebben. Maar twee seconden nadat ik de haak met aas in het water had gelaten was het al raak.
De volgende stop was Bonito, ten zuiden van de Pantanal. Het bijzondere aan het gebied rondom Bonito is het hoge calcium-gehalte van het water. Waardoor stof- en zanddeeltjes, waar het calcium zich meteen aan hecht, vrijwel meteen naar de bodem vallen. Het resultaat is een zicht onder water van tientallen meters, vergelijkbaar met de beste duikplekken in Egypte. En dat betekent weer dat er verscheidene rivieren zijn waar je je met een wetsuit en een snorkel kan laten meevoeren in de stroom om ondertussen het zoetwaterleven te bewonderen. Inclusief tientallen grote
vissen.
Ten zuiden van de Pantanal liggen ook de Iguazu-watervallen. Deze op één na grootste watervallen ter wereld hebben zowel een Argentijns deel als een Braziliaans deel.
Vanaf het Argentijnse deel kijk je zo de gapende koker van de Garganta do Diablo in. En zoals dat klinkt is dat ding ook: een donderend geraas met grote waternevel-wolken die uit de
waterkrater naar boven komen drijven. Het Braziliaanse gedeelte is niet minder spectaculair. De Brazilianen hebben een loopbrug naar het midden van het waterval-gebied gemaakt. En op het
platformpje wordt je omringd door niets dan water.
Snel door met de bus naar Uruguay dus. Heel anders was dat. Heel landelijk met veel weiland en koeien. De Uruguayanen nemen barbecue dus heel serieus. Net als de rest van Zuid-Amerika overigens. En zo heb je her en der grote parrillas waar je alles wat maar eetbaar is kunt zien liggen roosteren. Tot aan de, beleefd geweigerde, geroosterde ballen van een bok aan toe. En als je in Uruguay om een biefstuk vraagt dan vragen ze niet hoe je deze gebakken wilt hebben, maar welk gedeelte van de koe je die biefstuk wilt hebben. En daar zijn dan talloze mogelijkheden voor. Met ieder deel een eigen manier van aansnijden. En toen ik dus een kilo dode koe aan het verorberen was werd ik door mijn buurman dan ook meewarig aangekeken op mijn
hantering van het bijgeleverde mes: mijn snede was een kwartslag verkeerd. Vlees eten is een kunst in Uruguay. En voor vegetariërs, landverraders dus, wacht pek met veren.
Enfin, met mijn Argentijnse voetbalhaar viel ik niet echt uit de toom toen ik eens lekker door de stad ging lopen. De hoogtepunten daaruit? Dat is allereerst een bezoek aan een klasgenote,
van de Barbara Brennan School of Healing, die in Buenos Aires woont, en die meer over de achtergronden van Argentinië kon vertellen. Een goede tweede is de straat Caminito
in La Boca. Zeer toeristisch maar wel kleurrijk en veel tango op straat. In dezelfde wijk staat ook het stadion La Bombonera (de bonbon-doos), thuis van de Boca Juniors waar Maradona
ook gespeeld heeft. Met een Coca-Cola reclame zonder de kleur wit, omdat de clubkleuren van aartsrivaal River wit en rood zijn. Een wedstrijdje kijken, zoals ik in Rio ook bij Flamengo geweest ben, ging helaas niet meer. Een ander (toeristisch) hoogtepunt was een bezoek aan het graf van Evita
op het kerkhof La Recoleta. Drommen toeristen probeerden daar in de smalle straten van deze dodenstad een glimp op te vangen van de tombe waar ze is begraven. Interessant dat ze
56 jaar na haar dood nog steeds zo leeft.
|