Mailen via mail@eijkemans.com. Inschrijven of uitschrijven, en onregelmatig bloggen, via deze link.
30 December 2005
Op Caye Caulker verbleef ik in Tina’s Guesthouse, een zeer aantrekkelijk hostel bij het (overigens vrij beperkte) strand. Tina beschikt over een ruime zand-tuin met diverse bomen en hangmatten. Heerlijk om daar ‘s avonds lekker in te liggen en bij de tientallen tuinlichtjes nog wat te lezen. Ik was helemaal tevreden met Tina, totdat ik haar de volgende dag de badkamer zag schoonmaken. Dat ging rits-rats met een handdoekje dat er waarschijnlijk al dagenlang hing. Van chloor had Tina nog niet gehoord. Zo doen wij dat in Holland niet, en daarom werden de slippertjes in de overige dagen tijdens het douchen mooi aangehouden.
Qua eten was Belize helemaal prima. Ik was al een aantal keer langs een buiten-barbecue gelopen, met daarnaast een enorm dikke vent, Roger genaamd. Roger woog minimaal 150 kilo, en het kon niet anders zijn dat deze man verstand had van barbecue. Tot tweemaal toe heb ik ‘s avonds, voor 7 euro’s per twee, kreeftenstaarten met knoflookbrood bij hem gegeten. Roger maakte handig gebruik van de publieke picknickplaats midden in het dorp waardoor hij zijn prijs kon drukken. En, kwam je de volgende dag terug dan kwam je in aanmerking voor een vette korting van twintig procent. Bier en fris moest je overigens wel in de buurtsuper aan de overkant halen want daar had Roger geen licentie voor.
Caye Caulker is een mooi voorbeeld hoe een bevolking meegesleept kan worden in de draaikolk der welvaart. Het eiland is namelijk zo klein dat het geen enkele zin heeft om er met een auto rond te rijden. En dus hebben veel families een eigen golfkarretje waarmee de hele dag op- en neer wordt gereden. Ik kan me helemaal voorstellen hoe met de groei van het toerisme en het stijgen van de prijzen, het lokale vervoersmiddel van een fiets, via de brommer, tot golfkar is geëvolueerd. Enfin, goedkoop zijn de watersportactiviteiten dus niet. Zo betaal je voor een dag duiken bij de befaamde Blue Hole ongeveer 200 US dollar. Dat was mij toch iets te gortig, zeker omdat ik al eerder in de Blue Hole van Dahab (Egypte) had gedoken. Ook een gewone twee-tanks duik was met gemiddeld 60 US dollar vrij in de prijs. Enfin, over enkele maanden hoop ik in Honduras te kunnen duiken en ik heb me laten vertellen dat een duikje daar rond de 15 euro kost.
Van Caye Caulker ben ik via Belize City naar de grens met Guatemala gereisd. Vanuit hier ging het over een deels onverharde weg richting Flores. Flores is een klein eiland in het meer van Peten Itza. Het ligt ongeveer 60 kilometer van Tikal, het grootste Maya-tempelcomplex van Guatemala, en één van de ‘Grote Vijf’ (Palenque, Uxmal, Chichenitza, Copan en Tikal). Het hostel in Flores (Los Amigos) wordt gerund door een Nederlander die daar in anderhalf jaar tijd een mooie plek van heeft kunnen maken. Dusdanig mooi dat toen ik aankwam er geen slaapplaatsen meer over waren en ik voor het luttele bedrag van 20 quetzales (iets meer dan 2 euro) in een hangmat in de tuin mocht gaan liggen. Mijn aanvankelijke tegenzin verdween snel toen ik eenmaal in de hangmat lag: zo oncomfortabel ligt dat nu ook weer niet.
De volgende dag moest ik er om 4:00 uit omdat de bus naar Tikal een uurtje later zou vertrekken. Maar, vroeg vertrekken betekent ook vroeg aankomen en dat heeft het voordeel dat er meer dieren dan mensen over het vrij grote terrein rondscharrelen. En alhoewel Tikal volgens insiders drukker en drukker begint te worden is het terrein dusdanig groot dat je op velerlei momenten een tempel, inclusief een strookje groen, 'helemaal voor jezelf' hebt. Met op de achtergrond het gebrul van de 'howler monkeys' (brulapen, ze bestaan echt, die klinken als grote roofdieren maar nog geen drie turven hoog zijn) waan je jezelf een soort van mini-Livingstone. Voor Tikal kun je gerust een dag uittrekken, achter elk bosje regenwoud zit wel weer een nieuwe tempel verstopt.
Van Flores ben ik met de bus naar Rio Dulce aan het Lago de Isabal gereisd. Ik had gehoord dat het aan het meer prima uit te houden is en had na de warme vochtige jungle wel weer zin in wat verkoeling. Omdat ik tegen de avond in Rio Dulce aankwam heb ik maar het eerste beste hostel uit de Planet genomen. Na tien minuten varen over het meer draaide het bootje dat mij kwam ophalen een kreek in, om vervolgens via allerlei andere kreken uit te komen bij een soort van Peter-Pan huis waarvan de steigers met fakkels verlicht waren. Helemaal fantastisch! In Casa Perico ben ik dan ook enkele dagen gebleven om even uit te rusten.
Van Rio Dulce ging het naar Copan in Honduras voor het laatste tempelcomplex in de komende tijd. Alhoewel het slechts een korte observatie van twee dagen is, moet ik bekennen dat de sfeer in Honduras nog een stukje aangenamer dan in Guatemala was. Waar je in Guatemala regelmatig met pistool en machete (=groot kapmes) uitgedoste mannen op straat tegenkomt, kom je in Honduras vrijwel alleen de machete-versie tegen. Toch een stuk relaxer. In Copan is eveneens een redelijk groot tempelcomplex te vinden, en aangezien de maya's in Copan zeer bedreven waren in het steenhouwen was er aardig wat moois te zien. Enigszins tempel-moe kwam ik tot de conclusie dat ik toch wel erg veel zin had om nssr de hooglanden van Guatemala te reizen.
Vanuit Copan kon ik in één keer door naar het pittoreske Antigua: de vroegere hoofdstad van Guatemala.
En een korte pitstop in Guatemala City (dat op de route ligt) maakt meteen duidelijk waarom je daar
niet wilt zijn: grote wolken smog hangen er over de stad. Antigua is met een frisse bergwind een
stuk aangenamer, en ziet er met haar kinderkopjes en pastel getinte huizen uit alsof het zo uit een
Midden-Amerikaanse versie van Anton Pieck overgenomen is.
De stad is in 1979 door UNESCO aangemerkt als World Heritage Site. En dat betekent onder andere dat
de winkels in de binnenstad geen uithangborden mogen hebben. Wat wel mag is een muurschildering.
En daar ontkwam dus ook de lokale McDonald’s niet aan. McDonald’s was overigens een welkome afwisseling
voor de in mijn ogen vrij eenzijdige Guatemalese keuken van voornamelijk bonen en tortilla's.
Hier heb ik dan ook op rituele wijze voor de
laatste maal in de komende drie maanden een tot platte schijf geplette koe verorberd.
En net zoals dat ook met teveel bier en teveel pannekoeken gaat: daar heb je al vrij snel daarna weer spijt van.
|