Mailen via mail@eijkemans.com.
Inschrijven of uitschrijven, en zeer onregelmatig bloggen, via deze link. Goed nieuws voor de plaatjes-liefhebbers: de foto's zijn klikbaar!
1 april 2007
De armoede betekent dat er in vrijwel elke stad een legertje bedelaars klaar staat om jou en je roepies te scheiden, het liefst in papieren vorm. Aangezien je toch iets wilt doen om gemoedsrust te kopen, maar je niet iedereen iets kan geven, zul je dus voor jezelf regels moeten opstellen. Kleine kinderen krijgen zowiezo geen geld, maar als ik toevallig wat fruit bij mij heb wel een gezonde hap. En verder krijgen alleen de mensen die overduidelijk weinig meer kunnen (aan wie de Indiërs zelf ook geld geven) iets. Naar dat soort mensen hoef je overigens niet lang te zoeken. Soms komen ze gewoon langsrollen, op een plankje met vier wieltjes.
Zoals de rolstoelen die wij kennen uit films over de Middeleeuwen.
Hilarisch was de man die met een brede grijns op zijn gezicht zijn twee stompjes recht in mijn gezicht duwde. Helaas voor hem had hij daarmee ook geen handen om een knisperend tien roepie biljet in ontvangst te nemen. In zijn mond stoppen was ook geen optie, wetende dat veel auto-riksha-rijders de zuurverdiende bankbiljetten warm en veilig in hun onderbroek bewaren. Gelukkig had de beste man ook een borstzakje. De stumper die over de vloer van station Pune kroop was er erger aan toe, slechts één ledemaat werkte nog. Die kreeg dus ook wat meer toegeschoven. Ik en mijn reisgenoot Walter zijn het er in ieder geval wel over eens: degene die helemaal geen ledematen meer kan gebruiken en die zich al schommelend over de vloer moet bewegen om van A naar B te komen heeft een gouden dag met 500 roepies. En dat is toch al snel 10 euro. Een goede runner-up was de man die zijn beide benen niet meer kon gebruiken. Ze bungelden als geknakte worstjes aan zijn onderlichaam terwijl hij zich rap voortbewoog op zijn handen, met zijn onderlichaam in de lucht. Helaas was deze Adriaan te snel weggelopen (?) om zijn bijdrage in het levensonderhoud in ontvangst te kunnen nemen.
Ja, ellende is troef hier. Maar, ze kunnen er zelf meestal hartelijk om lachen. Afgezien van wat incidentele en makkelijk doorprikbare zielig-doenerij zijn deze mensen erg opgewekt. In ieder geval zie je een boel meer vrolijke gezichten dan op maandagmorgen op Amsterdam Centraal. Echt slechter kan het namelijk toch niet worden. Ze verwachten niet veel van het leven, en daarmee is alles wat extra is mooi meegenomen. Tja, je wordt er soms wat cynisch van, dusdanig veel ellende te zien. Die blijkbaar door de samenleving zelf blijkbaar niet opgevangen kan worden. India heeft overigens wel atoomwapens.
Na de Vipassana in Igatpuri werd het tijd om door te reizen naar Pune. In Pune staat namelijk het Osho Meditation Resort.
Osho kennen we in Nederland beter als Bhagwan. In de jaren tachtig, toen de beweging op haar hoogepunt was, waren er ook vele
Nederlanders (waaronder ook nog een tijdje Ramses Shaffy) die de leerselen van Bhagwan Shree Rajneesh tot zich namen. Die leerselen bestaan uit een mengeling van Indiase mystiek en Westerse psychologie. Osho is in 1990 heengegaan,
maar zijn resort (en onder andere de Osho Multiversity in Amsterdam) trekt nog steeds hordes mensen. De beweging was/is niet helemaal zonder controverse. Afgezien van de grote problemen die ze in de VS heeft gehad (met destijds onder andere de deportatie van Osho tot gevolg), is de Bhagwan ook bekend van de vrije sex die er werd gepropageerd. Ook niet
onbekend is dat Bhagwan elke dag 60mg valium tot zich nam, wat wellicht verklaart dat hij maar eenmaal per twee minuten met zijn
ogen knippert en zijn woorden over het algemeen tergend langzaam geformuleerd worden. Ach, sinds de Vipassana-cursus kan ik dat
prima aan.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik dus enigszins vooringenomen bij Osho binnenstapte. Als ik namelijk ergens weinig mee heb dan is het
rücksichtslos achter een leider aanlopen, geestelijk dan wel politiek. Zeker als deze leider 86 Rolls-Royces in zijn garage had staan. De verplichte HIV-test hielp ook niet om het idee weg te krijgen dat deze spirituele Club Med niet meer zou zijn dan
een alternatieve Ghana-reis voor dames van middelbare leeftijd. Maar goed, ik heb mijn bordeaux-rode jurk aangetrokken (alle Osho-adepten dragen op het terrein bordeaux-rode kleren) en heb twee dagen lang meegedaan aan het Osho Dagprogramma. Dat bestaat
uit verschillende meditaties waarbij er continue gewisseld wordt tussen beweging en stilzitten. Tussendoor loop je relaxed rond over het mooi onderhouden terrein, met zorgvuldig bijgehouden tuinen en klaterende watervalletjes. En mocht je meer cursus nodig
hebben dan zijn er (tegen Westerse prijzen) verscheidene meerdaagse cursussen, op verschillende gebieden. 's Avonds verzamelt iedereen zich in het Osho Auditorium, om daar eerst een uur lang allerlei dynamische meditaties te doen, en daarna een uur lang naar een video van de Beloved Master himself te kijken. Daarbij hartelijk lachend om de grapjes van de grinnikende grijsaard. Interessant was dat ik voornamelijk Duitsers, Italianen en Japanners in het centrum tegenkwam. Historisch gezien zijn dat toch volkeren die sterke behoefte aan een Grote Roerganger hebben.
Nu zou je denken dat ik na het bovenstaande negatief ben over het Osho Meditation Resort, maar niets is minder waar. Als je maar goed in de gaten houdt dat het resort gewoon een bedrijf is dat cursussen verkoopt, de leerselen van Bhagwan gerecyclede (en daar is dus niets mis mee!) bijdragen van anderen zijn en dat de meditaties niet echt heel diep gaan.
Veel mensen willen namelijk niet één of drie maanden in een houten piramide-hut in Guatemala zitten, of tien dagen lang stilzitten in een zaal vol Indiërs. En voor die mensen is het luxe resort een prima opstap naar andere meditatie-methoden. Over de dag door in collectief verband lekker met jezelf bezig zijn, en dan 's middags relaxed bij het zwembad liggen (in bordeaux-rode zwemkledij), of een potje tennis spelen (Zennis genoemd). Van de vrije sex heb ik overigens niets gemerkt, maar wellicht is dat iets dat alleen is voorbehouden aan de hard-core Osho-kern.
Van Pune ging het naar Ahmedabad, waar de ashram van Gandhi te vinden is. Tegenwoordig is het grotendeels een museum, maar wel
eentje met mooie displays en tientallen foto's van de beste man. Zijn geweldloze verzet tegen het Britse bewind in India heeft
het mede mogelijk gemaakt dat India kon ontstaan. Helaas wel ten koste van de afsplitsing van Pakistan en Bangladesh, zwaar tegen de zin van Gandhi. India heeft hem als Vader des Vaderlands op alle roepie-biljetten gezet.
Ja, Gandhi mag ik graag. Want hij doet erg veel voor mijn overtuigingskracht. Vooral als ik hem in 500 roepie vorm om mijn tweede klas treinkaartje wikkel en onder de neus van de conducteur duw. Met de vraag of ik geupgrade kan worden. Gandhi streed om de
rechten van de laagste klasse, en ik met zijn hulp om een hogere klasse.
Waarschijnlijk omdat ze met bijna een miljard mensen zijn, en in hun land op elkaar gepropt zitten, hebben de Indiërs totale lak
aan persoonlijke ruimte. Ze lopen constant aan elkaar te plukken en te trekken, zich met elkaar te bemoeien, en voelen zich
niet te beroerd om hetzelfde ook met jou te doen. Dat betekent dat je op het station soms omringd wordt door twintig à dertig mensen die niets anders doen dan je aanstaren, over je schouder meekijken wat je aan het lezen bent, en elke kleine beweging met elkaar bespreken. Als je in de trein aan het lezen bent, en je legt heel even je boek neer, dan zit tien seconden later de
man naast je je boek te lezen. Zonder dat te hoeven vragen. Dit gebrek aan persoonlijke ruimte betekent ook dat de verkopers van allerlei waren hier nog
irritanter zijn dan elders. De grootste ratten zijn de auto-riksja-rijders. Afgezien van het feit dat ze collectief last van
schaamluis hebben (waarschijnlijk overgedragen via de bankbiljetten), zijn ze meesters in de flessentrekkerij. Om de twee meter
wordt je geconfronteerd met een "Sir, riksha, sir? Excuse me, riksha?", maar als je er vervolgens echt eentje nodig hebt dan
blijkt de kilometer-prijs onderhevig te zijn geweest aan een inflatie die we alleen nog kennen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Ik heb er sterk over gedacht om een T-shirt te laten drukken met (in Hindi) aan de ene kant de tekst "Het antwoord is NEE" en op de andere kant (bekend bij de Holy Cow-lezers) de tekst "Ah, uw riksha is zeker van goud?".
Om bij de stations in één keer van het individuele
gezeik af te zijn hebben we een truc bedacht. Voordat we de riksha-zee van soms wel honderd riksha's induiken, roepen we heel, heel hard "Riksha-drivers: NO riksha necessary, NO riksha." Dat vinden ze allemaal zo grappig dat we vervolgens zonder kleerscheuren door de gebaande riksha-zee heenlopen. Een beetje zoals Mozes, zeg maar.
Van Ahmedabad ging het vervolgens naar Udaipur, de provincie Rajasthan in. Het drijfende witte paleis in Udaipur heeft een prominente rol gespeeld in de vrij hedonistische Bond-filmOctopussy, die natuurlijk tot treurens toe elke avond in elk café te zien is. Maar belangrijker dan dat mooie paleis: eindelijk eens een keer een echte backback-scene en restaurants met service. Vanuit Udaipur ging het door naar Jodhpur, de blauwe stad. Jodhpur wordt gedomineerd door een enorm fort waar (jajaja!) enkele dagen na ons bezoek Elizabeth Hurley met een Indiër getrouwd is. Maar een leuker ford van het ford van Jaisalmer, want daar kon je gewoon in slapen. Nadat je je wel door allerlei nauwe straatjes met de immer aanwezige heilige koeien, en heilige uitwerpselen, doorgewurmd had. De goedkope hotels, met allerlei minitieus mooi gebeiteld steenwerk deed veel goed. Werkelijk, Rajastan is toch wel één van de mooiste reis-bestemmingen om heen te gaan. Vanwege het grote aantal maharadja's kent het een behoorlijk aantal paleizen en forten. En dankzij de hang naar luxe van deze mannen (ééntje had zelfs een harem met 365 vrouwen) kom je in elke grote stad in een conglomeraat van sprookjespaleizen terecht.
Op weg naar Jaipur kwam ik terecht in Deshnok. En daar moet ik toch wel even bij stil blijven staan. In Deshnok staat namelijk een tempel waar een zekere Karni Mata vereerd wordt. En één van haar grootste wapenfeiten is dat zij ergens in de 14e eeuw de tot dan toe overleden verhalenvertellers, als ratten heeft laten incarneren. Zoiets mag natuurlijk niet ongemerkt voorbijgaan. En dus wordt zij daar tot op de dag van vandaag vereerd. Inclusief de duizenden ratten die op het tempelcomplex rondlopen. Ze komen
werkelijk uit alle hoeken en gaten gekropen. En krijgen van de bezoekers allerlei snoepgoed aangeboden. Bijzonder, ik kan niets anders zeggen. Wel sta je na het bezoek aan de tempel (dat met blote voeten moet) een half uur je voeten te schrobben.
Van Deshnok ging de reis naar Jaipur, de roze stad. In 1876 is de hele stad door de toenmalige maharadja roze geschilderd. Niet als een voorloper van de Gay Parade, maar wel om de Prins van Wales te verwelkomen. De traditie hebben ze er enigszins ingehouden. In Jaipur is een bezoek aan de Hawar Mahal, van waaruit de vele vrouwen van de maharadja het straatleven in de gaten konden houden, de moeite waard.
Morgen begin ik aan een tweede Vipassana-cursus. Ditmaal in Kathmandu, Nepal. Uitkijkend op de Himalaya, en naar verluidt met nog strengere leraren. Daarom de komende tien dagen even radiostilte. En in het volgende verslag pas de verhalen en foto's uit Agra (met de Taj Mahal), Varanassi (één van de heiligste steden van India), Bodhgaya (waar Boeddha onder de Bodi-boom verlicht werd) en de weg richting Nepal! Groet! Paul
|