Mailen via mail@eijkemans.com.
Inschrijven of uitschrijven, en zeer onregelmatig bloggen, via deze link. Goed nieuws voor de plaatjes-liefhebbers: de foto's zijn klikbaar!
1 mei 2007
Eerlijk is eerlijk. Voordat ik in Varanasi aankwam had ik een flink aantal vooroordelen over het in het openbaar verbranden van
lijken. Vooral dat het een hele vieze en enge aangelegenheid zou zijn. Maar niets is minder waar. Het blijkt allemaal heel vredig
en gemoedelijk te gaan. Terwijl de gestorvene met roken is begonnen zit de hele mannelijke kant van de familie rustig van een
afstandje te kijken hoe employees uit de laagste kaste eventueel losgeraakte ledematen weer terug op de brandstapel gooien. Het
zijn ook deze mensen
die precies weten hoeveel hout er nodig is om een lijk van een bepaalde omvang te cremeren. Ook met de geur valt het wel mee. Ik
heb namelijk de pech gehad dat de wind plots ging draaien en ik in het midden van de uitwaaierende rook stond. Maar in
tegenstelling tot
wat je zou denken ruikt verschroeid mensenvlees helemaal niet zo vies. Ja, het is gewoon een rustig en beschaafd familie-gebeuren (nee,
de uitdrukking 'de atmosfeer van een gezellige zondagmiddag-barbecue' hoor je me niet gebruiken). En aan het eind van het ritueel wordt van de vrouwen de heup en van
de mannen de borstkas in de Ganges te water gelaten.
Enkele dagen daarvoor was ik in Agra. Nu is er daar niet zo heel veel te beleven, behalve dat je er de Taj (spreek uit als Taatsj) Mahal kunt bewonderen. Erg mooi, ik kan niet anders zeggen. Het enige minpuntje is de toegangsprijs. Die ligt voor buitenlanders vijfentwintig maal hoger dan die voor Indiërs. Op zich is dat niet zo'n heel groot probleem, maar de Taj Mahal is
ook nog eens een World Heritage Monument. En zover mijn kennis gaat krijgt het daarmee ook elk jaar een grote pot geld van de
Verenigde Naties. Geld van ons dus. Het kan niet anders zijn dan dat die Indiërs zich driedubbel in de rondte lachen. Minder
leuk in Agra is de enorme zwerm van hotelkamer-scouts die je allemaal naar het hotel met de hoogste commissie willen
brengen. Meegaan kan, maar de vrij heftige commissie (soms wel een derde van de kamerprijs) komt gewoon uit je eigen zak. Als
je een beetje oplet kun je op die manier je onderandelingsruimte flink vergroten. Het gaat zelfs zo ver dat mensen tegen wie je
al tienmaal hebt gezegd dat ze moeten oprotten, gewoon met je meelopen naar het door jou eerder met behulp van de Lonely Planet
uitgezochte hotel, om vervolgens een commissie te claimen. Ratten zijn het. De meest nare truc is dat je wordt beloofd om voor
enkele roepies naar "every place in town" wordt gebracht, maar dat dat "everywhere" al vrij snel het meest betalende hotel blijkt
te zijn. Waarna bij protesteren de auto plotseling kapot/gereserveerd voor een safari/zonder benzine is, zodat je ook niet elders heen kan.
Je moet dan ook heel erg oppassen dat je beeld van India niet gekleurd wordt door deze hotelkamer-scouts, de riksha-rijders en de
Indiase nouveau riche die je her en der in de grotere plaatsen tegenkomt. Over deze laatste categorie valt ook wel wat te vertellen. Het zijn de mensen wiens manieren geen gelijke tred hebben gehouden met hun sterk groeiende persoonlijke welvaart. Of misschien zelfs wel ongekeerd evenredig daaraan zijn.
Met manieren bedoel ik overigens niet het met mes en vork eten, of andere cultuur-specifieke hebbelijkheden. Maar wel het met
respect behandelen van bedienend personeel of het niet storen van anderen met zeer luide telefoongesprekken in volle restaurants.
Het probleem met deze mensen is dat als je in India financieel succes hebt, je al snel denkt dat je echt iemand bent. En omdat
er genoeg mensen om je heen lopen die dat in hun doen en laten graag willen bevestigen, wordt dat zelfbeeld continue verstevigd.
Enfin, gelukkig kom je in India ook veel zeer beleefde mensen tegen. Gandhi's in de dop, die voor de balans zorgen. India is een
land van extremen, in elk opzicht. Maar tevens een land waar je heel erg kunt genieten van alle geuren, kleuren en onverwachte
gebeurtenissen.
En ja, India is niet een van de meest hygiënische landen waar ik ooit ben geweest.
Het begint al op de stations. In de trein staat in duidelijk Engels aangegeven dat het niet de bedoeling is dat je van het
toilet gebruik maakt als de trein stilstaat op het station. In het Hindi moet er volgens mij iets heel anders staan. Als je op het perron
staat te wachten verga je bijna van de stank van de lichtbruine schijven die her en der tussen de rail liggen.
Met noeste werkers die daar dan weer tussendoor kruipen om al het zwerfafval op te ruimen dat ook tussen de rails wordt gemieterd.
De toiletten, met name de openbare versies, zijn over het algemeen zo ongelooflijk goor dat je er nog niet eens naar wilt kijken.
Regelmatig is een gedeelte ook niet goed aangesloten. Zoals ik recent opmerkte tijdens het gebruik van een urinoir: de onderkant
bleek niet te zijn aangesloten, en ik droeg slippers.
Maar ook de heilige koeien doen een belangrijke bijdrage aan de viezigheid op straat.
In Nederland kennen koeien hun plaats nog: of ze staan vredig achter schrikdraad in een groen weiland te grazen, of ze zijn
tot McDonalds hamburger platgestampt. Niet in India, en vooral niet in de smalle straatjes van Varanasi. Waar de tegels bezaaid zijn met koeienstront. Je moet zelfs oppassen
om geen hoorn in je lichaam geprikt te krijgen als je langs wilt lopen, zo brutaal is de loeiende viervoeter hier. Het was toch makkelijker geweest om een iets handzamer heilig dier te hebben. Een hond misschien, of een kat, zoals bij de oude Egyptenaren. Van de andere kant, gezien de grote zwermen die her en der over de straatwaar zoemen, heb ik het
idee dat de bromvlieg ook een heilige status heeft.
Maar de goorheid op straat weerhoudt mij er niet van om af en toe een lekker straathapje of straatdrankje te verorberen. Vooral de chai heeft mijn voorkeur.
Dat is een drankje met thee, heel veel suiker, melk, gember, en nog wat meer kruiden, en dat je overal kunt kopen. Af en toe is het even slikken ("Hee, is dat nou zijn poephand waarmee hij mijn glas staat schoon te vegen?") en ook de chai-pannetjes (met vele lagen aangekoekte melk) die er niet uit, maar over het algemeen is chaieen welkome afwisseling
tijdens de lange treinreizen. Ook lekker zijn de aardappelkoekjes met hete saus, die soms ook in de trein verkocht worden.
Rechtstreeks uit het al weken niet meer verschoonde vet. Maar eveneens een dankbare versnapering als je al uren op een harde
bank hebt gezeten. Of je moet als alternatief de lichtgevende gele cake willen proberen die her en der in de kiosken wordt verkocht.
Verder is het eten helemaal prima. Vooral voor de vegetariërs is er veel te krijgen (ik kan je aanraden om in India zowiezo geen
vlees te eten). Mijn persoonlijke favorietje is de thali-schotel. Dit is een schotel met vijf bakjes, waar afhankelijk van het humeur
van de kok lekkere of minder lekkere gerechtjes in worden geserveerd.
Je kunt begrijpen dat de staat van het spijsverteringsstelsel een dankbaar gespreksonderwerp is tussen Westerlingen. Om echt grote problemen te voorkomen loop ik rond met Duizend-Dingen-Doekjes. Zodat je in ieder geval regelmatig je handen met alcohol kunt schoonpoetsen. Indiërs kennen het Duizend-Dingen-Doekje ook, maar dan meer als één en hetzelfde doekje om daar duizend verschillende dingen mee te doen.
En onder het eten is er altijd wel iemand die, gewild dan wel ongewild, een praatje met je wil maken. Zo was er de student die
binnenkort in Engeland ging studeren. De beste jongen was bijzonder bevreesd dat hij, ondanks dat hij een nette student is, als
Hindoe met de nek zou worden aangekeken. Of dat hij zelfs aangevallen zou worden. Er lopen tenslotte skinheads rond in Londen. Tja, van de situatie in Engeland wist ik niet zoveel, maar van die in Nederland des te
meer. Ik heb hem in ieder geval kunnen uitleggen dat hem dat in Nederland niet zou overkomen, en dat het bij ons toch echt de
Moslims en niet de Hindoes zijn die op het moment in het verdomhoekje zitten. Dat stemde hem in ieder geval iets vrolijker. Ja, tussen de Indiase Moslims en Hindoes botert het niet zo heel erg. Dat zie je in Varanasi, waar tussen de Vishwanath Tempel en de aangrenzende Gyanvapi Moskee
een nog groter hek staat dan tussen Noord- en Zuid-Korea. Het prikkeldraad is aan de kant van de Moslims geplaatst.
Maar er is meer discriminatie. Daarvoor moeten we even terugschakelen naar de recente Big Brother serie in Engeland. Een bekende Indiase actrice deed hieraan mee. In het huis zat ook een typisch Engelse vrouw, die het niet zo ophad met de Indiase.
Wat er precies is gezegd kon ik niet meer terugvinden, maar het was iets als "stink-Indiër, ga terug naar je eigen land".
Foei, laat daar geen misverstand over bestaan. In India werd er natuurlijk moord en brand geschreeuwd vanwege deze
woorden. Vooral diegenen die het fragment niet hadden gezien gingen door het lint. Dat de discrimerende vrouw er prompt uit werd gestemd, en dat de
actrice de show uiteindelijk heeft gewonnen omdat iedereen voor haar stemde en ze daardoor met een hele grote zak geld naar huis
mocht, is men hier voor het gemak vergeten.
De grap is nu dat als er één land ter wereld is waar keihard gediscrimineerd wordt, dat India is. Weliswaar binnen de eigen bevolking, maar men heeft er zelfs een geheel eigen systeem voor: het kaste-systeem.
Wordt je eenmaal in een lage kaste geboren, dan heb je vette pech, want je komt er nooit meer uit. En je kunt de rest van je
leven strontscheppen of lijken verbranden, ondanks je eventuele andere capaciteiten. Ik dacht dat het systeem in de praktijk niet meer zou bestaan, maar niets is minder waar. Zelfs in de contactadvertenties wordt het explicitiet genoemd: "lage kaste geen bezwaar". Als het er niet meer zou zijn, dan zou het daar ook niet genoemd worden, nietwaar? Enfin, Gandhi streed hard
tegen het kaste-systeem, maar het is ondanks zijn beeltenis op alle roepie-biljetten nog lang niet uitgebannen.
Tussen Agra en Varanasi was er overigens nog een leuke tussenstop in Khajuraho. Hier ligt namelijk een tempelcomplex, uit 950 na
Christus, met een vrij grote hoeveelheid beelden met erotische afbeeldingen. Met daartussen beelden waar zelfs Midas Dekkers het
schaamrood van op de kaken zou krijgen. Het is onbekend of het geheel gediend hebben als voorlichting of dat het gewoon een volkje
was dat er wel pap van luste. In ieder geval ging het er wat losbandiger aan toe dan tegenwoordig, want zelfs bij het baden wordt
door de Hindoes alle kleding aangehouden.
Van Varanasi ging de reis naar Bodhgaya. In Bodhgaya staat een grote boom, de Bodhi-boom, en onder die boom vond Buddha zo'n 2500
jaar geleden zijn pad naar verlichting. Althans, onder de voorganger van deze boom, want één of andere boze koningin heeft het
origineel een duizend jaar geleden omgehakt, en wat er nu staat is een uitgegroeide stek van dat origineel. Misschien is dat wel de
reden dat er niet zo heel veel gebeurde toen ik ook eens onder die boom ging zitten. Geen visioenen of hogere sferen. Helaas,
helaas, misschien had ik dan toch maar honderd rondjes (rechtsom!) rondom de aangrenzende tempel moeten lopen, zoals menigeen dat
aan het doen is. Het is mooi om te zien hoe voor sommige Boeddhisten, met name monniken, een uitje naar Bodhgaya werkelijk het uitje
van hun leven is. Graag willen ze allemaal een blad van de boom mee naar huis nemen, en dus staat er een hele schare mensen te
wachten op
een klein zuchtje wind zodat er iets naar beneden valt, in de grote modderpoel (om het extra waardevol te maken) onder de boom.
Eén van de meest opvallende afbeeldingen in India is de swastika. Gekaapt door Hitler en consorten, maar al millenia-lang gebruikt als heilig symbool in het Boeddhisme en Hindoeïsme. En dus niet alleen in tempels maar ook in bedrijfslogo's. Je kunt in India dan ook op elke straathoek hangertjes, T-shirts en sjaals kopen met de swastika er op. Dus, mocht je regelmatig heimelijk op zolder in een bruin overhemd rondlopen, met marsmuziek op de achtergrond: bij mij kun je discreet je bestelling kwijt. Groet! Paul
|